Onlangs was ik voor overleg rond grensoverschrijdende samenwerking in Groningen en enige tijd daarna bij de IHK, de Industrie- und Handelskammer in Osnabrück, sprekend over Nederlandse-Duitse logistieke ontwikkelingen.Bewegen is gezond, fit blijven is belangrijk, dus neem ik bijna altijd (tot maximaal 8 verdiepingen) de trap, waarbij ik dan met 2 treden tegelijk (dat gaat sneller dan wel past beter bij mijn grote passen) naar boven ga. Trap op is dat in Nederland en Duitsland redelijk eenvoudig, “egal ob eine Niederländische oder eine Deutsche Treppe”.
Trap af is een ander verhaal, de grote diepte straalt je, staande bovenaan een Nederlandse trap, tegemoet. Dus niets met 2 treden tegelijk naar beneden … Het missen van één trede op een Nederlandse trap zorgt ervoor dat je neerwaartse snelheid meer dan verdubbeld wordt. Staande echter bovenaan de Duits trap zie je een soort van glooiende helling, met een aangenaam dalingspercentage.
Overigens zijn in Duitsland de normeringen voor de hellingshoeken van trappen waarschijnlijk “gesetzlich festgelegt” … Nederland is gewoon kleiner, met meer inwoners en veel minder ruimte, dus moet alles wat compacter en steiler (en daardoor ook minder stijlvol dan bij onze buren).
Ik heb geen vergelijkend onderzoek gedaan naar het aantal jaarlijkse ongevallen veroorzaakt door het gebruik van trappen in D en NL, maar kan me voorstellen dat dit in Nederland toch wat hoger ligt.
Bij het afdalen van de trap in Groningen had ik een beetje het gevoel van skydiven … Bij de D trap had ik de idee dat ik veilig beneden zou aankomen.
